Heeft Nederland écht zo’n groot gebrek aan personeel?

4 mei 2022

Mirjam de Rijk

‘Het is het enige wat Nederland nog enigszins aantrekkelijk maakt voor buitenlands talent’, riep werkgeversvoorzitter Ingrid Thijssen. Ze had het, vorige week in Het Financieele Dagblad, over het belastingvoordeel dat expats in Nederland genieten. Het kabinet wil dat mogelijk afschaffen.

Een belastingvoordeel het ‘enige aantrekkelijke’ noemen van een land dat bekendstaat als een van de prettigste landen om te leven is best bijzonder. En dat in een tijd waarin belasting ontlopen niet bepaald iets is om trots op te zijn. Je kunt je afvragen of het wel goed gaat met Thijssens hoofdopdracht bij haar benoeming tot voorzitter van VNO-NCW: het vertrouwen van de samenleving terugwinnen. Een dag eerder zei ze in De Telegraaf dat het kabinet het bedrijfsleven als ‘pinautomaat’ gebruikt en dat de staatsschuld helemaal niet naar beneden hoeft. Ook dat is best bijzonder voor een organisatie die decennialang de bezuinigingen op publieke voorzieningen toejuichte met als argument de staatsschuld. Nu bezuinigingen bedrijven dreigen te raken is er blijkbaar voortschrijdend inzicht.

Het valt al langer op dat jammeren en ondernemen bij VNO steeds meer een Siamese tweeling vormen. Waar in de volksmond ondernemerschap geassocieerd wordt met uitdagingen, zelfstandigheid en durf, draagt de belangenorganisatie vooral uit dat ondernemingen hulpbehoevend zijn.

De door Thijssen geroemde expatregeling zorgt ervoor dat buitenlanders die in Nederland werken de eerste vijf jaar geen belasting hoeven te betalen over dertig procent van hun inkomen. Kosten voor de Nederlandse samenleving: zevenhonderd miljoen per jaar aan gemiste belastinginkomsten. De belastingkorting geldt trouwens niet voor de Ghanese schoonmaker, want je bent pas een expat met een jaarsalaris van minstens zestigduizend euro. Volgens VNO is de expatsubsidie van levensbelang gezien de moeite die bedrijven hebben om aan personeel te komen. Bedrijven kunnen expats natuurlijk ook gewoon meer betalen, maar dat kost geld. Personeel werven op kosten van de samenleving is goedkoper.

Heeft Nederland écht zo’n groot gebrek aan personeel?

Of de lobby slaagt weten we over een paar weken, als het kabinet zijn belastingplannen bekendmaakt. Europa heeft in ieder geval al wel gehoor gegeven aan een aanpalende roep van het bedrijfsleven. Vorige week besloot de Europese Commissie dat vanwege de krapte voortaan ruimhartiger arbeidskrachten van buiten de EU gehaald mogen worden, bijvoorbeeld uit Egypte, Tunesië en Marokko. Geen expats, maar arbeidsmigranten, het woord gastarbeiders viel zelfs al. Nieuw grondpersoneel voor KLM bijvoorbeeld, zodat niet voldaan hoeft te worden aan de eisen van de stakers. Wie zich de afgelopen maanden afvroeg hoe het mogelijk is dat bedrijven massaal klagen over ‘krapte’, maar dat desondanks de lonen niet stijgen, weet nu het antwoord: de goedkopere oplossingen waren nog niet uitgeput. Bij de uitzendbranche ging de vlag uit na het besluit van de Europese Commissie.

Het is opmerkelijk hoe snel het idee van personeelskrapte de afgelopen maanden van links tot rechts is overgenomen. Er zijn in Nederland op dit moment zo’n 1,2 miljoen mensen die óf geen betaald werk hebben en dat wel zouden willen, of méér zouden willen werken dan ze op dit moment doen. Zes jaar geleden waren dat er volgens De Nederlandsche Bank zo’n 2,1 miljoen, dus het aantal is wel geslonken, maar het gaat nog altijd om 1,2 miljoen mensen. Het overgrote deel daarvan telt niet mee in de officiële werkloosheidscijfers omdat ze, moedeloos geworden, niet solliciteren of omdat ze vrijwilligerswerk doen. Heeft een land waarin 1,2 miljoen mensen graag (meer) zouden willen werken gebrek aan personeel?

En heeft een land waar duizenden vaak goed opgeleide jonge mensen pizza’s of een halfje volkoren rondbrengen voor verlieslatende bezorgbedrijven werkelijk gebrek aan arbeidskrachten, of zetten we de menskracht onverstandig in? Historisch gezien worden landen vooral welvarender door slimmer te werken, maar Nederland wordt de laatste decennia vooral rijker door meer uren te werken. Je krijgt als land de economie die je faciliteert. Maaltijdbezorgers, distributiecentra, flitsbezorgers: ze gedijen allemaal bij het lage Nederlandse minimumloon, weinig regels tegen nachtwerk, ongehinderde schijnzelfstandigheid. Dankzij gemeenten ook die gretig de ‘verdozing’ verwelkomen. Hoog tijd voor echt ondernemerschap. Innoveren, mensen goed betalen, opleiden, vaste contracten bieden. Niet jammeren.