Een grote vermogensongelijkheid is slecht voor de economie

3 augustus 2022

Mirjam de Rijk

Zou het komen doordat journalisten een beetje murw worden voor heftige feiten over vermogensongelijkheid, belastingontwijking, puissante rijkdom? Of was het omdat het werd gepresenteerd op de eerste dag van het politieke reces? (Wat trouwens onmogelijk toeval kan zijn.) Hoe het ook zij, het rapport over de Nederlandse vermogensverdeling, gemaakt onder leiding van Laura van Geest, schopte het slechts tot een paar tweekolommers. Terwijl het behoorlijk schokkende lectuur is. Niet zozeer door het nieuws dat de hoogste vermogens nog een stuk hoger zijn dan gedacht, en geconcentreerd bij een nog kleinere groep dan gedacht, en de verschillen dus groter dan gedacht, en de toename nog sneller gaat dan gedacht. Want dat, hoe treurig ook, ligt langzamerhand in de lijn der verwachtingen. Hoewel ik me over het laatste, de snelle toename van vermogens, toch wel weer even de ogen uitwreef: in zes jaar tijd kwam er vijftig procent bij.

Maar de echte rode oortjes bij het lezen van het rapport van Van Geest, in het dagelijks leven voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten, zitten hem in de bijlage ‘opmerkelijke belastingconstructies’. Bladzijden lang worden de trucs opgesomd waarmee vermogenden zorgen dat ze én nog rijker worden én zo min mogelijk bijdragen aan de publieke zaak. Deze keer dus niet uit de doeken gedaan door journalisten van LuxLeaks of de Panama Papers, maar door een ambtelijke commissie. Neem bijvoorbeeld de ‘Anbi’ (algemeen nut beogende instelling). Een gift aan een Anbi mag je aftrekken van de inkomstenbelasting, maar wie bij Anbi nog denkt aan milieuclubs of vluchtelingenorganisaties loopt hopeloos achter. Vermogenden richten naar hartenlust Anbi’s op om hun inkomstenbelasting te verlagen en kapitaal belastingvrij in onder te brengen. Of neem de spaar-bv. Een bv die slechts dient om kapitaal te stallen, profiterend van alle belastingvoordelen voor ondernemers, want een bv.

Het is meer dan een dubbeltje, het is heel veel geld

Zo gaat het pagina’s lang door. Naar verluidt waren ze op het ministerie van Financiën bij het lezen ook ietwat onthutst over al deze creativiteit van vermogenden. Wat op zich wel weer opmerkelijk is, want de commissie verzamelde de beschreven constructies via medewerkers van de Belastingdienst, die onder hetzelfde ministerie valt.

Een van de opvallendste aspecten van het regeerakkoord van Rutte IV is dat er niets in staat over vermogensongelijkheid, terwijl deze tot de grootste van de wereld behoort. Dankzij Van Geest kan het kabinet die omissie op Prinsjesdag in één klap goedmaken, want het rapport staat vol voorstellen voor een eerlijker vermogensbeleid. En dan gaat het zeker niet alleen over het tegengaan van belastingontwijking, want ook de huidige verdeling van het vermogen en de razendsnelle vermogensgroei ontstonden dankzij overheidsbeleid, laat de commissie fijntjes weten. Het ultieme, partij-overstijgende argument om in actie te komen reikt de commissie ook aan: een grote vermogensongelijkheid is slecht voor de economie.

Opeens moest ik denken aan de discussies op de middelbare school over arm en rijk. Volgens sommige klasgenoten, die wij simpel aanduidden als VVD’ers, had herverdelen helemaal geen zin. Want er waren zo weinig rijke mensen dat wie arm was er hooguit een ‘dubbeltje’ (die had je toen nog) op vooruit zou gaan als de rijkdom werd verdeeld. Dan kon je het geld net zo goed bij de rijken laten zitten. Ik heb het indertijd niet nagerekend, maar voor wie ook weleens in zo’n discussie belandt, hierbij de rekensom anno nu. Nederlandse huishoudens bezitten netto, dus na aftrek van (hypotheek-)schulden, 3325 miljard euro. De commissie-Van Geest zegt erbij dat dit waarschijnlijk nog een flinke onderschatting is, want bijvoorbeeld crypto’s en dure boten zijn niet in beeld, en een deel van het in het buitenland ondergebrachte kapitaal evenmin. Ook is veel vermogen van ondernemingen niet meegerekend. Maar goed, 3325 miljard dus. Zonder het pensioenvermogen gaat het om 1800 miljard euro. Ruim zestig procent daarvan zit nu bij tien procent van de huishoudens. Een kwart zit zelfs maar bij één procent van de huishoudens. De meeste huishoudens hebben vrijwel geen vermogen of een nettoschuld. Zou je het vermogen verdelen over alle acht miljoen huishoudens, dan heeft ieder huishouden 415.000 euro. Exclusief het pensioenvermogen is het 220.000 per huishouden. Netto, alle schulden zijn dan al afgelost. Dat is niet alleen meer dan een dubbeltje, het is heel veel geld.