Aan prijsstijgingen liggen menselijke besluiten ten grondslag
14 september 2022
Mirjam de Rijk
Het is nog niet zo lang geleden dat we allemaal een spoedcursus virologie, epidemiologie en zelfs medische biochemie kregen. Je kon er nauwelijks omheen, met al die deskundigen op tv, en we slurpten het met graagte op. Zo heb je nog een klein beetje gevoel van grip, als zo’n virus plots het leven op z’n kop zet. Kennis is macht, of nou ja, in ieder geval een beetje houvast.
Nu is het tijd voor de volgende serie spoedcursussen. Ook nu weer kun je er eigenlijk niet omheen, met lange stukken over inflatie, over het verhogen van de rente, over jojoënde energieprijzen. Nog even en de ‘margin call’ behoort tot het gewone spraakgebruik. ‘Ja, ik snap het wel hoor, die hoge energierekening. Nee, mijn energieleverancier kon gelukkig nog best goedkoop inkopen, maar ja, het bedrijf had te maken met margin calls. Dus ja, vandaar.’
Maar dat is nou net het verschil met corona: waar is nu dat gesprek? Want al begrepen we bij corona ook niet helemaal het verschil tussen Janssen en Moderna, we konden er toch over meepraten. Of anders wel over het nut van avondklokken, mondkapjes en de anderhalve meter (‘ik hoorde dat ze in Engeland één meter genoeg vinden’).
Maar nu? Wie heeft al een mooie dialoog gehoord in de trein over de relatie tussen renteverhoging en inflatie? Wie heeft op het schoolplein het verschil tussen een prijsplafond voor energiebedrijven en een prijsplafond voor energiegebruikers besproken? Al een beetje lekker kunnen discussiëren over de vraag of de inflatie wel of niet tijdelijk is? Dat is het manco van economie: voor de meeste mensen is het een mengeling van hogere wiskunde, magie en technische details. Voor monetaire politiek – het via geldbeleid beïnvloeden van de economie – geldt dat nog eens in het kwadraat: rente, inflatie, ECB-miljarden. Een ondoorgrondelijk geheel, terwijl ondertussen de ene na de andere ‘onorthodoxe’ beslissing wordt genomen die veel invloed heeft op het gewone leven. Dat is in relatief rustige tijden al geen prettige ervaring, laat staan nu, nu het gevoel van grip voor veel mensen toch al ver te zoeken is.
Voor de beslissers is het trouwens ook gezonder als er een beetje over hun schouders wordt meegekeken. Daarom een paar ideeën ter bevordering van het democratische gesprek.
Nog even en de ‘margin call’ behoort tot het gewone spraakgebruik
Laten we het allereerst niet hebben over inflatie maar over prijsstijgingen. Inflatie is jargon en klinkt als iets dat ons overkomt, bij prijsstijgingen weet je meteen waar het over gaat én het is meteen duidelijk dat er beslissingen van mensen aan ten grondslag liggen, geen tovenarij. Het leuke van het gebruik van ‘prijsstijgingen’ is bovendien dat je veel sneller doorhebt of de redenering een beetje klopt. ‘Renteverhoging helpt tegen inflatie’ klinkt als waar, als een toverspreuk. Bij ‘renteverhoging helpt tegen prijsstijgingen’ ga je je meteen afvragen: hoe werkt dat dan?
Zeg ook nooit dat ‘economen’ iets vinden, en suggereer al helemaal niet dat het ‘dus’ klopt. Economen vinden heel verschillende dingen. Het is geen exacte wetenschap, het is een poging tot nadenken die anderen weer kan helpen nadenken. Zeg er daarom als het even kan bij waaróm sommige economen a denken, en anderen b.
Wees daarnaast zuinig op het gebruik van het woord ‘markt’. Het creëert een aureool van niet beïnvloedbare heiligheid (en voor sommigen juist het omgekeerde: yes, we hebben een schuldige: de markt!) terwijl er vaak helemaal geen sprake is van een markt. Een ‘energiemarkt’ waar de duurste aanbieder de prijs bepaalt, is geen markt. Het hele economische systeem bestaat uit constructies. Constructies waar je het wel of niet mee eens kunt zijn, die wel of niet de gewenste effecten hebben, en die te veranderen zijn. Kortom, waar je wel degelijk grip op kunt hebben.
Ten slotte zijn alle economische beweringen gebaseerd op veronderstellingen over het gedrag van mensen. Als die erbij verteld worden, komt er meer gesprek. Want menselijk gedrag, daar hebben we allemaal verstand van. Misschien zelfs wel meer dan van mondkapjes. Dus let’s go for it, die economische emancipatie.
Nooit gedacht trouwens dat de eindeloze conversaties over de coronamaatregelen nog eens een lichtend voorbeeld zouden zijn.