Modellenpraat
9 augustus 2023
Mirjam de Rijk
‘Een belangrijk, maar zeker niet het enige element in de brede welvaartsafweging die bij verkiezingen voorligt.’ Zo is dat: de meeste mensen zullen hun stem in november niet laten afhangen van de beoordeling van de partijprogramma’s door het Centraal Planbureau, en daar is het CPB zich van bewust. Het planbureau gaat komende maanden de verkiezingsprogramma’s ‘doorrekenen’ en presenteerde vorige week, fijn transparant, alvast de veronderstellingen en spelregels die ze daarbij hanteert. Kunnen de partijen er bij het schrijven van de programma’s rekening mee houden.
Die veronderstellingen en spelregels zijn interessante kost. En doen de wenkbrauwen soms hevig fronsen. Neem bijvoorbeeld deze: als een partij de uitkeringen verlaagt, leidt dit in het model tot meer economische groei. Hoe? Nou, lagere uitkeringen zorgen voor lagere lonen, en dat is goed voor de export, dus voor de economie, aldus het model. Opmerkelijk, want de Nederlandse economie is voor zo’n zeventig procent afhankelijk van de binnenlandse afzet, dus de binnenlandse koopkracht. Daarvoor is een daling van de lonen niet bepaald handig. Of neem deze: het invoeren van een minuscule belasting op handel in financiële producten remt volgens het CPB de economie. Want zo’n belasting verhoogt de kosten voor bedrijven, en dat remt de investeringen. Terwijl steeds meer onderzoek laat zien dat juist de handel in financiële producten de economie leegzuigt, omdat bedrijven daardoor hun geld te weinig gebruiken voor echte investeringen.
De partijprogramma’s komen onder hoge druk tot stand
Vooruitgang is er ook. Het idee dat bezuinigingen goed zouden zijn voor de economie, is echt voorbij. Wie de overheid afknijpt, krijgt van het CPB-model te horen dat dit slecht is voor de werkgelegenheid, voor de economische groei en voor de investeringen van bedrijven. Werkgelegenheid is in de doorrekening van oudsher een hot issue: wat leveren de plannen van partijen aan extra werk op? Waarbij altijd gold: hoe meer hoe beter. Dat wordt in deze tijd van personeelskrapte wel even omdenken, want voorlopig hebben we eerder minder werkgelegenheid nodig dan meer. Ook CPB-directeur Pieter Hasekamp stelde onlangs nog dat het juist de kunst wordt om door innovatie minder uren te hoeven werken – in jargon het verhogen van de arbeidsproductiviteit. Jammer genoeg toetst de doorrekening daar niet op.
Met enige trots meldt het CPB dat er voor het eerst ook gekeken wordt naar de effecten die de partijplannen hebben op de armoede in Nederland. Laten we zeggen dat het tijd werd. Maar helaas ontbreekt het andere topthema van dit moment: vermogensongelijkheid. De reden is even ontwapenend als onthullend: daarover is in Nederland eenvoudigweg te weinig kennis en informatie, zowel over de vermogens zelf als over het effect van maatregelen op vermogensongelijkheid. Even onthullend (maar misschien wel realistisch) zijn de veronderstellingen die het planbureau hanteert bij belastingverhogingen. Mocht een partij de winstbelasting willen verhogen, of een hoog belastingtarief willen invoeren voor inkomens boven de 120.000 euro, dan levert dat misschien maar de helft op van wat je zou denken. Omdat bedrijven en veelverdieners dan slinkse wegen hebben om de boel te ontlopen. Het is dus zaak al die wegen tegelijk aan te pakken. Daarentegen is de inkoop van eigen aandelen wel gemakkelijk op te lossen: zou daarvoor net als bij dividend de dividendbelasting gelden, dan is het volgens het CPB snel afgelopen met dit steeds populairder wordende douceurtje voor aandeelhouders.
Door de vervroegde verkiezingen gebeurt het schrijven van de verkiezingsprogramma’s onder hoge druk, en de doorrekeningen doen daar nog een schepje bovenop. Over twee weken moeten de eerste ruwe concepten van de partijplannen al bij het planbureau zijn. Partijen bepalen zelf of ze hun programma wel of niet aan het CPB voorleggen. En datzelfde geldt voor de beoordeling door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het PBL licht de komende tijd de programma’s door op de effecten op klimaat, milieu en leefomgeving. Waaronder natuurlijk stikstof. Bij de vorige verkiezingen durfden maar zes partijen de toets van het PBL aan, en tien die van het CPB. En ja, ondanks alle beperkingen hoop ik dat dat er nu veel meer zijn. In het kader van de brede welvaartsafweging: doe het één, maar ook het ander. En blijf tegelijkertijd zelf nadenken.