Overvloed

30 oktober 2024

Mirjam de Rijk

Het onderwerp werd een jaar of twintig geleden tot non-issue verklaard: over afval hoefden we ons voortaan niet druk meer te maken. Sterker nog, afval bestond niet meer, afval was immers grondstof? Verwerk het tot nieuwe producten, klaar. Eindelijk een milieuprobleem dat opgelost was! Afvalmedewerkers van milieuorganisaties konden een andere baan gaan zoeken, bijvoorbeeld in de ‘circulaire economie’.

Het kan verkeren. Want inmiddels komen we zo ongeveer om in ons afval. Afrikaanse landen weigeren nog langer de stortplaats te zijn voor onze afgedankte kleren en sturen de troep retour. Overal in Nederland puilen loodsen met plasticafval (pardon, ‘grondstof’) steeds verder uit nu de recyclefabrieken bij bosjes failliet gaan, bij gebrek aan afzetmarkt. De kringloopwinkels weten niet meer wat ze met alle afgedankte spullen aan moeten – het zijn er eenvoudigweg te veel. Pfas en tienduizenden andere chemische stoffen uit afval blijken – wat een verrassing! – in grote hoeveelheden terecht te komen in de zee en in de grond. En ja, dus ook in hobbykip-eieren en vis.

En dan is er nog die andere afvalstroom, de stront van vier miljoen koeien, honderd miljoen kippen en twaalf miljoen varkens. ‘Mest’ klinkt nuttig, maar als er zoveel mest is dat je het aan de straatstenen niet kwijt kunt, is het toch echt gewoon stront. Er wordt naarstig gezocht naar hele grote opslagplaatsen, om de derrie tijdelijk (?) kwijt te kunnen. Wachtend op, ja waarop eigenlijk? Iets met innovatie waarschijnlijk.

Het was zo’n mooi idee, twintig jaar geleden, dat afval niet langer afval was, maar grondstof. Het was ook een heerlijk geruststellend gevoel, zowel voor bedrijven als voor consumenten (dat woord gebruik ik vrijwel nooit: consumenten. Mensen zijn immers mens, geen consument. Maar in dit geval gaat het echt over consumenten.) Gebruik gerust alle mogelijke grondstoffen voor alle mogelijke overbodige producten, want het wordt straks allemaal recycled. En koop die spullen gerust, de economie is één grote kringloop, circulair.

Goed om te weten: je mag het in Nederland al ‘recyclen’ noemen als je bijvoorbeeld een afgedankt product door een versnipperaar haalt – ook als de snippers even later op een vuilnisbelt in een Afrikaans land belanden. Ook recycling: sloop- en bouwafval, inclusief vermalen pvc-buizen, wordt gebruikt voor de aanleg van wandelpaden in de natuur. Overigens wordt een groot deel van ons afval nog altijd verbrand. Het restproduct daarvan, de ‘as’, wordt verwerkt in wegenbouw – waarbij de gore stoffen in de loop van de tijd in water en bodem terechtkomen.

Daar waar materiaal op dit moment werkelijk wordt hergebruikt, is dat regelmatig in een vorm die eerder gevaarlijk dan duurzaam te noemen is. Tegelijkertijd bestaan bijvoorbeeld kunststofverpakkingen in 2024 gemiddeld slechts voor zeven procent uit gerecycled materiaal, zo stelde het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs vast. Tot zover de circulaire economie.

Circulair was de afgelopen jaren vooral het toverwoord van tal van congressen (‘inspirerend’) en goedwillende gemeentelijke projectjes (‘innovatief’). Plus burgers die heel erg hun best deden hun afval te scheiden. Maar congressen en projecten veranderen de economie niet, en aan gescheiden afval heb je weinig als er daarna niet iets nuttigs mee gebeurt. Zoals de WRR al glashelder vaststelde in haar rapport Goede Zaken: als je wil dat bedrijven zich maatschappelijk verantwoord gedragen, zijn regels en beprijzing onontkoombaar.

Bij afval gaat het dan om regels over verplicht hergebruik, over producenten-verantwoordelijkheid, over de ‘scheidbaarheid’ van materialen, en nog veel meer. Daarmee worden producten duurder, en dat is op zichzelf al een impuls voor het minder snel weggooien ervan. ‘Producentenverantwoordelijkheid’ klinkt gaap, maar betekent bijvoorbeeld dat de petrochemische industrie (en daar hebben we in Nederland nogal wat van) in the end verantwoordelijk is omdat ze de grondstof levert voor ultra fast fashion. De schuld geven aan China als producent van onweerstaanbaar goedkope troep is iets te makkelijk. Ruim twee derde van de textiel is op dit moment van kunststof.

Afval is alleen grondstof als het werkelijk goed herbruikbaar is, als het hergebruik niet eindeloos veel energie kost, en als producenten het ook werkelijk gebruiken (hetzij door een verplichting, hetzij doordat ‘maagdelijke’ grondstoffen veel duurder worden). En niet te vergeten: afval is alleen grondstof als er niet gewoonweg veel te veel afval is.