Twee walletjes
24 april 2024
Mirjam de Rijk
Ingrid Thijssen, voorzitter van werkgeversvereniging VNO-NCW, vindt niet alleen dat bedrijven kogels moeten maken in plaats van kleurpotloden, ze is ook erg blij met de partijen die nu aan het formeren zijn, vertelde ze vorige week. De rechts/extreem-rechtse onderhandelaars zijn ‘mensen die heel erg de praktijk in het vizier hebben’. Er is een kabinet in de maak van ‘mensen die onafhankelijk zijn, mensen met vakkennis’. Toe maar! Het was al bijzonder dat demissionair premier Rutte zijn beleid twaalf jaar lang wist neer te zetten als ‘nee hoor, we hebben geen ideologie, dit is gewoon het beste om te doen’, maar om de formerende partijen te duiden als de voorbereiders van een neutraal zakenkabinet is nog wel even de overtreffende trap.
Dat de lobbyorganisatie van de grote bedrijven blij is, valt overigens wel te begrijpen. De cadeaus tuimelen over elkaar heen. Drie miljard euro voor Tata om het jarenlange achterstallig onderhoud in te halen, op kosten van de overheid. 2,5 miljard euro voor ASML om te zorgen voor woningen en wegen voor de geïmporteerde werknemers van het bedrijf. Ook staat de verhoging van de CO2-heffing voor de industrie, aangekondigd voor 2028 (!), op losse schroeven.
En er is meer. De verhoging van het minimumloon die per 1 juli in zou gaan werd vorige week weggestemd in de Eerste Kamer. Op dezelfde avond zette de Eerste Kamer een streep door de belasting op de inkoop van eigen aandelen, waar de Tweede Kamer vorig jaar toe had besloten. Dat scheelt toch weer zo’n achthonderd miljoen euro per jaar voor het bedrijfsleven. Nu nog even zorgen dat expats hun belastingvoordeel mogen behouden, en dan zijn alle maatregelen om Nederland ietsjes eerlijker te maken vakkundig getorpedeerd. Tot zover het opkomen voor ‘de gewone man’.
Vermoedelijk zijn Thijssen & co blij met de huidige situatie van ‘in between governments’. Zo kan er naar believen van twee walletjes worden gegeten: enerzijds allerlei bedrijvensteun regelen via het demissionaire kabinet, en tegelijkertijd via de onderhandelende partijen alle kabinetsmaatregelen die níet bevallen, onderuithalen.
De argumentatie bij de verschillende cadeaus is bijna even opmerkelijk als de cadeaus zelf. Drie miljard steun voor het vervuilende Tata is ‘de goedkoopste optie’, aldus het demissionaire kabinet op voorspraak van voormalig D66-minister Hans Wijers. De redenering: als Tata zou vertrekken omdat het bedrijf geen zin heeft om de noodzakelijke investeringen zelf te betalen, draait de overheid op voor de bodemsanering van twaalf miljard euro. De Indiase multinational zal het vertrek uit Nederland immers insteken als een ‘faillissement’ van Tata Nederland. Tot zover het alom gebezigde maatschappelijk verantwoorde ondernemen en tot zover de handhavingskracht van de overheid. ‘Groen’ staal kan natuurlijk veel beter in Spanje of Zweden geproduceerd worden, met een overvloed aan duurzame energie, maar onder het mom van ‘strategische autonomie’ is het nu Holland first. Tot zover de Europese samenwerking.
De 2,5 miljard voor ASML is niets anders dan het zwichten voor chantage, het bedrijf dreigde meer te gaan investeren in het buitenland. Dat doet men waarschijnlijk sowieso, omdat het niet handig is om de halve wereld te bedienen vanuit het volle Nederland. Maar toch gaat er 2,5 miljard overheidsgeld naar Veldhoven, een van de welvarendste regio’s van Nederland. Tot zover het Haagse voornemen om juist meer aandacht te besteden aan achtergestelde regio’s.
Het verijdelen van de verhoging van het minimumloon gebeurde met een interessante mix aan argumenten. Het is zo’n kleine verhoging dat het net zo goed niet door kan gaan, zei de één (altijd bijzonder als mensen aan de goede kant van de streep, zeggen dat een paar tientjes per maand er niet toe doen). Bovendien, zei de ander, de verhoging komt vooral terecht bij mensen die het niet nodig hebben, doordat tegelijkertijd ook de AOW omhooggaat. De partij die dit inbracht, de BBB, vindt overigens wel dat het minimumloon en de AOW per se ‘gekoppeld’ moeten blijven. Die combinatie van argumenten betekent in feite dat het minimumloon wat BBB betreft nooit omhoog kan. En alle tegenstemmers vonden verhoging van het minimumloonloon zielig voor werkgevers. Tot zover de politieke consensus over het belang van bestaanszekerheid.