Wapengeld

2 juli 2025

Mirjam de Rijk

Trump is gepaaid, er is veel gelachen (dat wist ik tot voor kort ook niet: je voorbereiden op oorlog is helemaal geen ernstige zaak, het is een feest), en hopelijk kan er nu weer nagedacht worden. Bijvoorbeeld over dat heiligverklaarde percentage. Want weet iemand eigenlijk hoeveel geld er echt nodig is voor het verdedigen van Europa? Zou het misschien ook met twee procent van het bbp kunnen, zoals Spanje lang volhield?

En trouwens, is het niet vreemd om geld uitgeven tot ultiem doel te verheffen? Volgens de gerenommeerde Europese denktank Bruegel kan de prijs van wapens halveren als Europese landen gezamenlijk zouden inkopen en afspraken zouden maken over wat waar geproduceerd wordt. De huidige defensie-uitgaven verdwijnen voor een groot deel in winsten voor de wapenindustrie, doordat landen tegen elkaar opbieden en allemaal vasthouden aan hun eigen inkoopbeleid. Het Duitse Rheinmetall, de Franse multinational Thales, overal spuiten de winsten omhoog. Gezamenlijk inkopen zorgt voor onderhandelingsmacht waardoor wapenbedrijven hun prijzen moeten verlagen. Maar tot die gezamenlijkheid zijn de Europese landen niet bereid – iets met eigen wapenindustrie eerst.

Het is op zichzelf al een paradox in optima forma: om onafhankelijker te worden van de onberekenbare machtswellusteling aan de overkant van de oceaan (Europa moet op eigen benen staan) dansen dertig landen naar de pijpen van diezelfde machtswellusteling. Over welk percentage zou het gegaan zijn als Trump níet vijf procent had geroepen? Overigens kunnen we het vanaf nu hopelijk gewoon over 3,5 procent hebben als het over de Trump-norm gaat. Want iedereen, Trump incluis, weet dat het niet over vijf procent gaat. De anderhalve procent voor ‘gerelateerde doelen’ (zoals bruggen verstevigen) wordt niet extra vrijgemaakt, dat zijn uitgaven die nu ook al gemaakt worden. De VS geven ook geen vijf procent uit, maar 3,5.

Voor Nederland betekent 3,5 procent zo’n negentien miljard euro extra voor defensie op jaarbasis. Mark Rutte nam een paar maanden geleden al een voorschotje op waar het geld vandaan moet komen en deed dat vorige week ongegeneerd weer: de verzorgingsstaat kan wel wat minder. ‘Ik ben als Navo-chef natuurlijk neutraal, maar ik heb wel een VVD-partijkaart en ik vind het verstandig om het niet te halen uit hogere belastingen’, zei hij na afloop van de top tegen de verzamelde Nederlandse journalistiek. Met zo’n Navo-secretaris heb je geen VVD-campagneleider meer nodig. Voor je het weet worden de bezuinigingen eerder doorgevoerd dan het geld überhaupt uitgegeven kan worden. Defensie krijgt het geld nu immers al niet weggezet, ook dat is een publiek geheim.

Je kunt de miljarden, voor zover er werkelijk extra geld nodig is, natuurlijk ook halen waar ze zitten. Door alsnog een belasting in te voeren op de inkoop van eigen aandelen door bedrijven bijvoorbeeld, zoals de Tweede Kamer eerder al van plan was. Dat alleen al levert jaarlijks twee miljard euro op. Wie zoekt naar meer financieringsmogelijkheden voor defensie doet er verstandig aan om een blik te werpen op de langjarige ontwikkeling van de arbeidsinkomensquote, de verhouding tussen de beloning van kapitaalbezitters versus de beloning van werkenden. Er is nog nooit zoveel beloning gegaan naar kapitaalbezitters als de afgelopen jaren, zo blijkt uit de cijfers van het Centraal Planbureau. Datzelfde planbureau stelde samen met een aantal andere onderzoekers eerder al vast dat de allerrijksten in Nederland de minste belasting betalen.

Het pleidooi voor bezuinigingen op de verzorgingsstaat is slechts een van de voorbeelden hoe in het kielzog van de bewapeningsagenda een veel bredere rechtse agenda uitgerold dreigt te worden. In de ‘Wet op de defensiegereedheid’ worden inspraak en milieuwetgeving grotendeels uitgeschakeld. In Duitsland dreigen vakbondsrechten aan de kant gezet te worden. Tijdens de Navo-top bood werkgeversorganisatie VNO-NCW Rutte een manifest aan van de Europese, Amerikaanse en Canadese industrie. Het is een pleidooi voor meer vrijheid voor de financiële sector, voor ‘samen risico’s dragen’, oftewel een overheid die de risico’s voor de sector afdekt, en het bedrijfsleven wil langjarig inzicht in de militaire plannen. Als de term militair-industrieel complex nog niet bestond, zou je hem ervoor uitvinden.